De Miljoenennota brengt voor ondernemers en vermogende particulieren een reeks aan fiscale wijzigingen, met ingangsdata in 2026 en 2027. We zetten de belangrijkste maatregelen overzichtelijk op een rij, inclusief wat ze concreet voor jou kunnen betekenen.
1.Hogere belasting op middellijk lucratieve belangen
Heb je als ondernemer te maken met een middellijk lucratief belang via een vennootschap waarin je een aanmerkelijk belang hebt? Vanaf 1 januari 2026 stijgt de effectieve belastingdruk naar 36%.
Normaal zijn lucratieve belangen belast in box 1 (max. 49,5%), maar als je deze aanhoudt via een vennootschap waarin je een aanmerkelijk belang hebt, geldt nu een lager box 2-tarief (24,5%/ 31%). Als minimaal 95% van het voordeel direct wordt uitgekeerd aan jou als dga, mag dit box 2-tarief worden toegepast.
Vanaf 2026 wordt een correctie doorgevoerd om deze route zwaarder te belasten. Het uitgekeerde voordeel wordt vermenigvuldigd met een factor van 36%/31%, waardoor de effectieve belastingdruk uitkomt op 36% – gelijk aan het tarief in box 3. Deze wijziging geldt voor álle middellijke lucratieve belangen, dus niet alleen voor private-equitymanagers.
2. Verhoging forfaitaire waarde in box 3
Door uitstel van de Wet werkelijk rendement ontstaat een financieel gat. Om dit te dichten:
- Stijgt het forfaitair rendement op overige bezittingen naar 7,78%;
- Daalt het heffingvrije vermogen naar € 51.396.
Nieuw is ook dat vanaf 2026 huurinkomsten en voordelen uit eigen gebruik van een tweede woning meetellen. Daarbij wordt gerekend met een brutohuurwaarde van 3,35%, op basis van onderzoek van SEO Economisch Onderzoek
3. Leegwaarderatio beperkt tot zakelijke verhuur (vanaf 2026)
Vanaf 2026 mag je de leegwaarderatio in box 3 alleen nog toepassen bij verhuur onder zakelijke voorwaarden. Dat betekent concreet:
- De woning is niet tijdelijk verhuurd;
- De huurprijs is marktconform, óók bij verhuur aan een gelieerde partij;
- De huurder heeft huurbescherming.
Verhuur je aan een gelieerde partij en is de huurprijs onzakelijk? Dan mag je geen gebruik meer maken van de leegwaarderatio voor de waardering van de woning. Deze maatregel voorkomt fiscaal voordeel bij niet-marktconforme verhuur.
Ook codificeert het kabinet uitspraken van de Hoge Raad uit 2015 en 2016. Deze bepalen dat de leegwaarderatio niet mag leiden tot een waarde die meer dan 10% boven de werkelijke marktwaarde in verhuurde staat ligt. Dit wordt met terugwerkende kracht vastgelegd.
4. Emissievrije auto van de zaak: bijtellingskorting vervalt (2026)
Vanaf 2026 betaal je geen lagere bijtelling meer voor nieuwe elektrische auto’s van de zaak. De bijtelling wordt dan 22%, net als bij andere auto’s.
De huidige korting van 5% (tot max. € 30.000 cataloguswaarde) vervalt. Alleen auto’s op waterstof of met geïntegreerde zonnepanelen blijven uitgezonderd. Deze wijziging geldt voor zowel werknemers als IB-ondernemers. Deze regeling zou oorspronkelijk al in 2021 aflopen, maar is in het Klimaatakkoord uitgesteld tot 2026 om de ambitie te ondersteunen dat vanaf 2030 alleen nog emissievrije nieuwe auto’s op de markt komen.
5. Extra werkgeversheffing bij fossiele auto’s van de zaak (vanaf 2027)
Het kabinet wil de overstap naar elektrisch rijden versnellen, met name binnen de zakelijke leasemarkt. Daarom geldt vanaf 2027: alle nieuwe auto’s van de zaak die ook privé mogen worden gebruikt, moeten volledig emissievrij zijn.
Blijf je als werkgever toch gebruikmaken van een fossiele of hybride auto van de zaak? Dan krijg je te maken met een extra heffing van 12% over de cataloguswaarde van de auto. Deze zogenoemde pseudo-eindheffing geldt in alle gevallen waarin de auto ook privé, waaronder woon-werkverkeer, wordt gebruikt.
Belangrijke details:
- Heffingstarief: 12% over de cataloguswaarde;
- Geen correctie voor een eventuele eigen bijdrage van de werknemer;
- De werkgever draagt de heffing af via de reguliere loonaangifte.
Voor auto’s die vóór 1 januari 2027 voor het eerst ter beschikking zijn gesteld, geldt een overgangsregeling tot 17 september 2030.
6. Werkkostenregeling: extra vrije ruimte vanaf 2027
Voor werkgevers stijgt de vrije ruimte in de werkkostenregeling per 2027 van 2% naar 2,16% voor de eerste € 400.000 van de loonsom.
7. Btw-herziening bij diensten aan vastgoed (2026)
Voor diensten aan onroerende zaken komt er vanaf 2026 een btw-herzieningsregeling, als aan deze twee voorwaarden is voldaan:
- De dienst is meerjarig dienstig aan het pand (zoals verbouwingen of groot onderhoud);
- De vergoeding (excl. btw) bedraagt minimaal € 30.000.
Voor deze diensten geldt een herzieningstermijn van vier boekjaren na ingebruikname. Onder voorwaarden kan gekozen worden voor een termijn van negen boekjaren. Dit voorkomt btw-voordeelconstructies, zoals woningen tijdelijk btw-belast verhuren via shortstay om vervolgens btw-vrij te gaan verhuren.
8. Aanpak ongelijke vermogensverdeling bij scheiding of overlijden (2026)
Per 1 januari 2026 wordt voorkomen dat vermogen belastingvrij kan worden verschoven via ongelijke breukdelen in huwelijkse voorwaarden.
Wordt bij ontbinding van een huwelijk of samenleving meer dan 50% van de gemeenschap verkregen door één partij? Dan wordt dat deel aangemerkt als een schenking of verkrijging uit erfrecht en dus belast met schenk- of erfbelasting.
Dit geldt ook bij verrekenbedingen of samenlevingsovereenkomsten. Uitzondering: bestaande afspraken van vóór 16 september 2025 om 16.00 uur blijven gerespecteerd.
9. Schenkingen vlak voor overlijden voortaan via erfbelasting (2026)
Vanaf 1 januari 2026 worden schenkingen binnen 180 dagen voor overlijden uitsluitend belast via de erfbelasting. De eerder betaalde schenkbelasting wordt in mindering gebracht tot maximaal nihil. Dit vereenvoudigt de uitvoering, want nu worden nog beide belastingen opgelegd.
De al betaalde schenkbelasting mag tot nihil in mindering worden gebracht op de erfbelasting. Er is dus geen recht op teruggaaf boven dat bedrag.
10. Erfbelasting: aangiftetermijn verruimd naar 20 maanden (vanaf 2026)
Vanaf 2026 krijgen erfgenamen meer tijd om aangifte erfbelasting te doen. De huidige termijn van acht maanden blijkt in de praktijk vaak te krap, waardoor regelmatig belastingrente wordt verschuldigd, zelfs bij verleend uitstel.
Om onnodige kosten en bezwaren te voorkomen, wordt de aangiftetermijn verlengd naar 20 maanden. Ook het moment waarop de belastingrente gaat lopen, schuift mee naar achteren. Deze wijziging zorgt voor meer duidelijkheid en minder druk in een vaak al lastige periode.
11. Waardering woning bij schenking vanaf 2027 op marktwaarde
Op dit moment wordt bij een schenking of erfenis de waarde van een woning voor de schenk- en erfbelasting vastgesteld op basis van de WOZ-waarde. Met ingang van 1 januari 2027 verandert dit voor de schenkbelasting: voortaan wordt uitgegaan van de waarde in het economische verkeer. Deze wijziging zorgt voor een meer realistische en actuele waardering van geschonken woningen.
12. Overdrachtsbelasting: verlaging voor beleggers (2026)
Het tarief voor beleggers die woningen kopen daalt per 2026 van 10,4% naar 8%. Het algemene tarief voor niet-woningen blijft 10,4%. Voor woningen bestemd voor eigen bewoning blijft het tarief van 2% gelden. De startersvrijstelling blijft eveneens bestaan.
Disclaimer
Wij hebben dit artikel met de grootst mogelijke zorg samengesteld en proberen altijd zo recent mogelijke informatie op te nemen. Aangezien de fiscale wet- en regelgeving continu verandert, kan op moment van verschijnen van dit artikel informatie verouderd zijn. Neem contact op met je adviseur om altijd op de hoogte te zijn van de laatste stand van zaken.